Tijdens onze meditatiecursus krijg ik vaak de vraag wat het beste tijdstip is om te mediteren. Daar zijn verschillende antwoorden op te geven, afhankelijk van je eigen inspiratie.
Voor meditatie geldt in elk geval dat de morgenstond goud in de mond heeft. Je kunt dus het beste ’s ochtends vroeg mediteren, idealiter meteen na het opstaan. Neem eerst even een douche om de slaap van je af te spoelen en ga dan tien tot vijftien minuten zitten. ’s Ochtends zijn je gedachtes nog niet zo druk aan het malen als later op de dag, waardoor je je geest beter tot rust kunt brengen. Bovendien heeft de slaap een hoop ‘mentaal afval’ al voor je opgeruimd, waardoor je fris aan je meditatie kunt beginnen. Ook kun je meditatie zien als het opladen van je innerlijke batterijen, en als je dat ‘s ochtends doet kan je er de hele dag op vooruit.
Als je echt het heilige vuur hebt en je bereid bent om voor je meditatie wat vroeger op te staan, dan kan je proberen om zes uur ’s ochtends te mediteren. Dat is hier in het Westen misschien het meest ideale tijdstip voor de meditatie. De meeste mensen slapen dan nog, waardoor de aarde kalm en rustig is. Die kalmte en stilte van de vroege ochtend helpen je in je meditatie. Als de wereld rond een uur of zeven wakker wordt, komt er een wat rusteloze energie op gang en wordt die magische stilte doorbroken, zoals het glanzende, rimpelloze oppervlak van een meer dat plotseling in beroering wordt gebracht door honderden kiezelstenen.
De klassieke meditatieteksten uit India hebben zo hun eigen idee over het ideale tijdstip om te mediteren. Daar zitten ze om drie uur ’s nachts al op hun meditatiekussentje. Tussen drie en vier uur breekt volgens de hindoes namelijk het Brahma Muhurta aan, ofwel het Uur van God. Dan is de stilte van de aarde op zijn diepst en kun je dus het beste mediteren. Dit is uiteraard alleen voor de die-hard yogi’s.